From 1 - 10 / 49
  • Categories    

    Basisregistratie Percelen (BRP) - Bloem- en sierteelt 2018-2022 bestaat uit de landbouwgronden waar tussen de jaren 2018 en 2022 één of meermaals bloem- of sierteelt is voorgekomen. Hierbij is aangegeven hoe vaak dit is voorgekomen, in welke jaren dit was en welke gewassen/gewascodes dit waren. Het bestand is gegenereerd uit de Basisregistratie Percelen (BRP) van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van de jaren 2018, 2019, 2020, 2021 en 2022.

  • Categories    

    De BRP - Gewaspercelen bestaat uit de locatie van landbouwpercelen in Nederland met daaraan gekoppeld het geteelde gewas. Het bestand is een selectie van informatie uit de Basisregistratie Percelen (BRP) van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De gebruiker van het perceel dient jaarlijks zijn gewaspercelen in te tekenen en aan te geven welk gewas wordt geteeld op het betreffende perceel. Van elk jaar wordt een dataset gegenereerd van peildatum 15 mei.

  • Categories    

    In deze kaartlaag staat het aantal grootvee-eenheden (GVE) en de methaanuitstoot in kiloton per jaar per deelgebied uit het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied. De berekening van de GVE is gebaseerd op de in de Basisregistratie Agrarische Bedrijven (BAB) opgegeven dieraantallen en een vermenigvuldigingsfactor die specifiek is voor de betreffende diergroep. Meer informatie over deze factoren is te vinden op de volgende pagina: https://geo.zuid-holland.nl/kaart/documentatie-bab/#berekening-grootvee-eenheden-gve De methaanuitstoot is berekend op basis van een publicatie van Wageningen University and Research (WUR): https://research.wur.nl/en/publications/scenariostudie-naar-doelen-en-doelrealisatie-in-het-kader-van-het

  • Categories    

    DASH (DAtaset Stikstofdepositie Herkomst) heeft als doel om inzicht te geven in de herkomst van stikstofdepositie veroorzaakt door emissebronnen van stikstofdioxiden (NOx) en ammoniak (NH3) in NL.Het originele bestand bevat verschillende tabellen met zowel emissiegegevens als de depositie die deze emissies veroorzaken. Dit huidige bestand bevat enkel de emissies (NOx, NH3) per sector per gridcel. De set bestaat uit (vector) gridcellen van 1km2 op land, 26km2 op zee. Om de visualisatie niet te vertekenen, zijn de emissies genormaliseerd tot km2 vlakken. Het totaal van de emissies telt dus niet bij elkaar op.

  • Categories    

    Deze kaart toont het aantal graas- en hokdieren per gemeente in de Provincie Zuid-Holland. Deze tabel bevat gegevens vanaf gemeenteniveau over grondgebruik, akkerbouw, tuinbouw, grasland, graasdieren en hokdieren. Voor alle onderwerpen wordt zowel het telgegeven (oppervlakte, aantal dieren), als het bijbehorend aantal bedrijven gepresenteerd. De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet. De regionale indeling van de Landbouwtelling is gebaseerd op het hoofdvestigingsadres. Hierdoor kan de regio, waaraan de landbouwactiviteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) worden toegerekend, afwijken van de plaats waar deze activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden. De peildatum voor het aantal dieren is 1 april; de peildatum voor de gewassen is 15 mei.

  • Categories    

    GIS bestand behorende bij Bijlage 2 van de Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016 . De provincie verleent subsidie voor de uitvoering van een agrarische kavelruil indien deze geheel of grotendeels plaatsvindt in de op de kaart aangeduide gebieden

  • Categories    

    Dit gridbestand (met celgrootte 25x25 m) geeft voor geheel Nederland in vijf klassen informatie over het risico op ondergrondverdichting in relatie tot het landgebruik. Een gezonde bodem bestaat uit vaste bestanddelen en voldoende poriën. Deze poriën zijn belangrijk voor transport van lucht en water door de bodem en voor plantenwortels. Bij bodemverdichting, bijvoorbeeld door te hoge wiellasten, vermindert het poriënvolume. Bij een te sterke bodemverdichting zal de doorlatendheid en het vochtbergend vermogen van de bodem afnemen. Dit kan tot wateroverlast (bijvoorbeeld plasvorming) leiden en tot oppervlakkige afstroming, piekbelasting bij poldergemalen en tot inundatie van laag gelegen gronden. Ook is er meer kans op afspoeling van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater. Een verdichte bodem is niet of moeilijk bewortelbaar, waardoor de gewasopbrengst afneemt. Dit GIS-bestand is samengesteld in opdracht van de twaalf provincies, met als doel aan te geven binnen welke landelijke gebieden van de Nederlandse provincies sprake is van een risico op ondergrondverdichting en in welke gebieden niet.

  • Categories    

    De rapportage is opgesteld op verzoek van het ministerie LNV met als doel te onderzoeken of er argumenten zijn om vruchtbare landbouwgronden te beschermen. Vruchtbare landbouwgronden zijn in de rapportage gedefinieerd als gronden die geschikt zijn voor landbouw op basis van fysische, chemische en biologische eigenschappen, waarbij het gaat om maximale gewasopbrengst bij minimale belasting van het milieu en minimaal gebruik van hulpstoffen. De kaarten Landbouwkundige geschiktheid van akkerbouw en weidebouw zijn opgesteld door middel van bepaling van de verminderde opbrengst (opbrengstdepressie) ten opzichte van optimale bodemkundige en hydrologische omstandigheden waarbij meststoffen en bestrijdingsmiddelen voldoende voorhanden zijn, maar beregening niet. De opbrengstdervingspercentages voor wateroverlast en vochttekort bepaald. Gronden met opbrengstdervingspercentages van 0-15% zijn landbouwkundig het beste geschikt voor akkerbouw en weidebouw, 15-40% minder geschikt voor landbouw maar in gebruik dankzij de vele hulpmiddelen (meststoffen, beregening e.d.). >40% beperkt geschikt voor landbouw. Zoals in de definitie aangeven is de milieubelasting onderdeel van de bodemvruchtbaarheid. In de rapportage is de landbouwkundige geschiktheid gecombineerd met milieubelasting met fosfor en koper. Uit rapportage blijkt dat een deel van Nederland niet ‘vruchtbaar’ gedefinieerd kan worden vanwege de huidige milieudruk en/of kwaliteit. NB. De kaart heeft betrekking op gebieden die rond 1900 al in landbouwgebruik waren (zie 5.1) de landbouw gronden in de drooggelegde polders na 1900. De gebieden die in 1900 al in gebruik waren als landbouwgrond zijn te beschouwen als relatief geschikte gronden en in ieder geval geschikter dan de gronden die destijds natuur waren en later ontgonnen zijn. In Zuid-Holland hebben na 1900 na genoeg geen ontginningen meer plaats gevonden. Data voor figuur 5.2 uit Alterra-rapport 1693 Opbrengstdepressie bij akkerbouwgewassen door wateroverlast en vochttekort. Uitgedrukt in % van potentiele opbrengst. Zowel bij vochttekort als bij wateroverlast treedt er groeivertraging op. Bij natte gronden is de zaai- en pootdatum veelal later dan bij droge gronden, tevens komt de groei in het voorjaar later op gang. In het najaar zijn er veel oogstverliezen bij natte gronden.

  • Categories    

    Het kabinet wijst zogenoemde nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden) aan waar agrarische bedrijven extra stappen moeten zetten om de waterkwaliteit te verbeteren. Deze verplichting volgt uit de derogatiebeschikking van de Europese Commissie. Die beschikking staat toe dat boeren nog enkele jaren extra mest mogen uitrijden, onder voorwaarde dat kwetsbare (water)gebieden sneller op een gezond niveau komen. De aanwijzing is ingegaan per 1 januari 2024.

  • Categories    

    Door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl), team Analyse en Rapportage, wordt een landsdekkend bestand gemaakt met daarin alle bij RVO bekende locaties van relaties die agrarisch actief zijn op 1 april 2022 en voorkomen in de landbouwtelling danwel de gecombineerde opgave 2022. De bij deze relaties geregistreerde actieve UBN-locaties zijn in het landsdekkende bestand meegenomen. Deze kaartlaag toont een versimpelde weergave van de BAB, met enkel hoofd- en subbedrijfstypen in Zuid-Holland.