From 1 - 10 / 98
  • Categories    

    Dit bestand bevat de globale begrenzing van de bebouwde kommen van steden en dorpen en van waterpartijen uit de Bodemkaart 2018 (BRO Loket). Op de Bodemkaart schaal 1 : 50 000 zijn de bebouwde kommen met een oppervlakte van meer dan 15 á 25 ha als bebouwd gebied aangegeven en bodemkundig dus niet gekarakteriseerd. Sinds de eerste opname zijn er veel nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen aangelegd.De afgelopen jaren is er meer aandacht onstaan voor de stadsbodems. Om de bodemkundige informatie van de recentelijk bebouwde gebieden niet te verliezen worden deze enclaves nu niet als bebouwing op de bodemkaart aangegeven, maar in een apart bestand opgenomen. Dit kan als arcering over de bodemkaart worden gelegd. Bij het gebruik van de bodemkundige informatie van bebouwde gebieden moet men er zich van bewust zijn dat bij het bouwrijp maken ingrepen zijn uitgevoerd. De begrenzing van water komt grotendeels overeen met de begrenzingen op eerste versie van de bodemkaart. Hier en daar zijn wijzigingen aangebracht in de gebieden waar de bodemkaart is geactualiseerd. Op een aantal plaatsen bleek namelijk dat er sinds de eerste opname flinke waterpartijen zijn ontstaan.

  • Categories    

    Dikte en diepte van geologische lagen. Versie 2021. De geologische kaart van Nederland laat zien uit welke afzettingen de bovenste meters van de ondergrond zijn opgebouwd. De kaart omvat heel Nederland, inclusief het Nederlands Continentaal Plat. Kaarteenheden vertegenwoordigen (combinaties van) formaties (Fm), laagpakketten (Lp) en lagen. In de kustzone komen holocene pakketten gestapeld voor. Deze stapelingen zijn gedefinieerd als profieltypes, afzonderlijk gekarteerd en te herkennen aan codes met kleine letters. Omwille van het kaartbeeld worden dekzand (BX4: Fm van Boxtel, Lp van Wierden) en löss (BX5: Fm van Boxtel, Lp van Schimmert) alleen weergegeven als de dikte meer dan 2 m bedraagt. De wijdverbreide laag actief getransporteerd zand op de Noordzeebodem (SB2: Bligh Bank Lp) wordt om dezelfde reden alleen getoond als de dikte meer dan 7 m bedraagt. Antropogene afzettingen worden niet afgebeeld. Op de kaart worden naast geologische eenheden ook breuklijnen en ijsrandlijnen weergegeven. Breuklijnen worden getoond waar ze aan maaiveld zichtbaar zijn en/of de begrenzing vormen van kaarteenheden. Weergave van de maximale ijsverbreiding tijdens het Weichselien (laatste ijstijd) en Saalien (een-na-laatste ijstijd) helpt om het verband tussen de kaarteenheden beter te begrijpen. Toepassing: De geologische kaart is een overzichtskaart die is bedoeld voor gebruik op een landelijke of regionale schaal. De karteerschaal bedraagt 1:600.000. De kaart geeft daarmee een eerste indruk van de ondiepe geologie van een gebied. Bij ondergrondvraagstukken die spelen op een grotere schaal (subregionaal of lokaal) en/of dieper in de ondergrond kan gebruik worden gemaakt van de informatie in de 3D-ondergrondmodellen DGM en GeoTOP. Eerdere versies: Deze kaart vormt de opvolger van de Geologische Overzichtskaart van Nederland op schaal 1:600.000 van Zagwijn & Van Staalduinen (1975) en de eerder door TNO - Geologische Dienst Nederland digitaal beschikbaar gestelde varianten daarop van Weerts et al. (2004) en Schokker (2010). Bron: https://www.dinoloket.nl/ondergrondmodellen/kaart

  • Categories    

    Dit is het GIS-bestand van de geactualiseerde Bodemkaart van Nederland, schaal 1 : 50 000 (versie 2014). Ten opzichte van de vorige versie is de informatie van de veengebieden geactualiseerd en tevens is de tabel met de attributen gewijzigd. In deze versie ontbreekt de informatie over de Grondwatertrappen (Gt). De bodemkaart geeft ruimtelijke informatie over de bodemopbouw tot globaal 1 meter diepte. Deze informatie heeft betrekking op de aard en samenstelling van de bovengrond (grondsoort) met een verdere onderverdeling naar bodemvorming, veensoort, afwijkende lagen in het profiel en de aanwezigheid van kalk. Actualisatie van de bodemkaart van de veengebieden was nodig omdat door oxidatie van organische stof bij de veengronden en moerige gronden verandering optreden, doordat oppervlakkig gelegen veenlagen geleidelijk verteren. Hierdoor kunnen veengronden veranderen in moerige gronden en moerige gronden in minerale gronden. De gegevens over de minerale gronden zijn in de periode 1960 - 1998 verzameld. Voor de gebieden met (dunne) veengronden en moerige gronden is in de periode 2012 - 2014 een actualisatie uitgevoerd. Sinds de eerste opname van de bodemkaart zijn er veel bebouwde terreinen bij gekomen door stadsuitbreiding en nieuwe industrieterreinen. Op de oorspronkelijke bodemkaart zijn de bebouwde gebieden van enige omvang apart aangegeven. Bij de actualisatie is voor de nieuw-bebouwde gebieden wel een bodemcode vastgesteld. In een apart bestand is de begrenzing van de huidige bebouwing opgenomen. In bebouwde gebieden kan de bodemopbouw afwijken van de bodemcode, doordat bij het bouwrijp maken ingrijpende grondverbeteringwerken zijn uitgevoerd. Bij het gebruik van de gegevens dient men daar op bedacht te zijn. Daarnaast zijn bij veel gebieden in Nederland ingrijpende grondbewerking uitgevoerd. De oorspronkelijke bodemkaart bevatte een attribuut "SCHOP" waarin informatie werd gegeven over verstoring in het bodemprofiel. In 2010 heeft Brouwer gebieden met ingrepen uitgebreid geïnventariseerd en in kaart gebracht. Deze vergravingen zijn nu in een apart bestand opgenomen (vergraven gronden). De actualisatie had betrekking op de gebieden met moerige gronden en dunne veengronden in Nederland en de veenweidegebieden met dikke veengronden in de provincie Friesland. In totaal is ca. 400 000 ha geactualiseerd. Met uitzondering van een fragment in Zuid-Oost-Drenthe is de actualisatie gerealiseerd met behulp van digitale bodemkartering (DBK). In Zuid-Oost-Drenthe is de actualisatie uitgevoerd door middel van een uitgebreide veldinventarisatie, zoals ook voor de eerste opname van de bodemkaart.

  • Categories      

    De signaleringskaart laat op basis van grove aannames de potentie van diepe geothermie zien. Diepe geothermie (ook wel aardwarmte) is een techniek om door middel van boringen van 1000-4000 meter diep, warm water (60-100?) uit de aarde te onttrekken. Een geothermiesysteem bestaat uit een ‘doublet’; een diepe put waar warm water uit wordt onttrokken en een diepe put waarin het afgekoelde water wordt geretourneerd. Bovengronds neemt de installatie ongeveer een halve hectare in beslag. Ondergronds staan de warme en koude putten ver uit elkaar, de totaal benodigde oppervlakte komt neer op 1,5 bij 3 kilometer. Dit vraagt om een zorgvuldige planning van de systemen voor een zo volledig mogelijk benutting van het potentieel.

  • Categories    

    Deze kaart geeft de afzettingen aan of nabij het maaiveld (of de zeebodem) weer, tot een diepte van ca. 5 m. De kaart is samengesteld op grond van bestaande kaarten die door de voormalige Rijks Geologische Dienst zijn vervaardigd, waar nodig aangevuld met niet eerder gepubliceerde gegevens. De afzettingen zijn ingedeeld volgens de nieuwe lithostratigrafische indeling die vanaf 1997 door TNO is ontwikkeld. In deze indeling worden de afzettingen onderscheiden op grond van hun lithologische en/of seismische eigenschappen, stratigrafische positie en herkomst. Ouderdom van de afzettingen speelt bij de classificatie geen rol. De onderscheiden eenheden worden beknopt beschreven in het boek van ‘De ondergrond van Nederland’ (De Mulder et al., 2003). Dit boek is te bestellen via: bestel@wolters.nl. Uitgebreide beschrijvingen van de eenheden zijn te vinden in de Lithostratigrafische nomenclator van de ondiepe ondergrond: http://dinoloket.tno.nl. De kaart is uitsluitend geschikt voor gebruik op een schaal van 1:600.000 of kleiner.

  • Categories    

    Dit is het GIS-bestand van de geactualiseerde Bodemkaart van Nederland, schaal 1 : 50 000 (versie 2019) uit het BRO Loket. Ten opzichte van de vorige versie is de informatie van de veengebieden geactualiseerd en tevens is de tabel met de attributen gewijzigd. In deze versie ontbreekt de informatie over de Grondwatertrappen (Gt). De bodemkaart geeft ruimtelijke informatie over de bodemopbouw tot globaal 1 meter diepte. Deze informatie heeft betrekking op de aard en samenstelling van de bovengrond (grondsoort) met een verdere onderverdeling naar bodemvorming, veensoort, afwijkende lagen in het profiel en de aanwezigheid van kalk. Actualisatie van de bodemkaart van de veengebieden was nodig omdat door oxidatie van organische stof bij de veengronden en moerige gronden verandering optreden, doordat oppervlakkig gelegen veenlagen geleidelijk verteren. Hierdoor kunnen veengronden veranderen in moerige gronden en moerige gronden in minerale gronden. Sinds de eerste opname van de bodemkaart zijn er veel bebouwde terreinen bij gekomen door stadsuitbreiding en nieuwe industrieterreinen. Op de oorspronkelijke bodemkaart zijn de bebouwde gebieden van enige omvang apart aangegeven. Bij de actualisatie is voor de nieuw-bebouwde gebieden wel een bodemcode vastgesteld. In een apart bestand is de begrenzing van de huidige bebouwing opgenomen. In bebouwde gebieden kan de bodemopbouw afwijken van de bodemcode, doordat bij het bouwrijpmaken ingrijpende grondverbeteringwerken zijn uitgevoerd. Bij het gebruik van de gegevens dient men daar op bedacht te zijn. Daarnaast zijn bij veel gebieden in Nederland ingrijpende grondbewerking uitgevoerd. De oorspronkelijke bodemkaart bevatte een attribuut "SCHOP" waarin informatie werd gegeven over verstoring in het bodemprofiel. In 2010 heeft Brouwer gebieden met ingrepen uitgebreid geinventariseerd en in kaart gebracht. Deze vergravingen zijn nu in een apart bestand opgenomen (vergraven gronden). De actualisatie had betrekking op de gebieden met moerige gronden en dunne veengronden in Nederland en de veenweidegebieden met dikke veengronden in de provincie Friesland. In totaal is ca. 400 000 ha geactualiseerd. Met uitzondering van een fragment in ZuidOost-Drenthe is de actualisatie gerealiseerd met behulp van digitale bodemkartering (DBK). In ZuidOost-Drenthe is de actualisatie uitgevoerd door middel van een uitgebreide veldinventarisatie, zoals ook voor de eerste opname van de bodemmkaart. (meer informatie over de werkwijze is te vinden onder het kopje Kwaliteit)

  • Categories    

    Dit bestand bevat de globale begrenzing van de bebouwde kommen van steden en dorpen en van waterpartijen. Op de Bodemkaart schaal 1 : 50 000 zijn de bebouwde kommen met een oppervlakte van meer dan 15 á 25 ha als bebouwd gebied aangegeven en bodemkundig dus niet gekarakteriseerd. Sinds de eerste opname zijn er veel nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen aangelegd. De afgelopen jaren is er meer aandacht ontstaan voor de stadsbodems. Om de bodemkundige informatie van de recentelijk bebouwde gebieden niet te verliezen worden deze enclaves nu niet als bebouwing op de bodemkaart aangegeven, maar in een apart bestand opgenomen. Dit kan als arcering over de bodemkaart worden gelegd. Bij het gebruik van de bodemkundige informatie van bebouwde gebieden moet men er zich van bewust zijn dat bij het bouwrijp maken ingrepen zijn uitgevoerd. De begrenzing van water komt grotendeels overeen met de begrenzingen op eerste versie van de bodemkaart. Hier en daar zijn wijzigingen aangebracht in de gebieden waar de bodemkaart is geactualiseerd. Op een aantal plaatsen bleek namelijk dat er sinds de eerste opname flinke waterpartijen zijn ontstaan. Dit bestand is vervaardigd om vooral om inzicht te krijgen in de omvang van de huidige bebouwde kommen. Voor de enclaves die na de eerste opname bebouwd zijn geraakt, geeft de bodemkaart informatie over de situatie van voor het bouwrijp maken. Bij het bouwrijp maken is de bodemopbouw mogelijk ingrijpend gewijzigd.

  • Categories    

    De kaart heeft uitsluitend betrekking het grondgebied van de provincie Zuid-Holland. In Zuid-Holland wordt op een aantal plaatsen uit kleine velden olie en gas (fossiele brandstoffen) gewonnen. De olie en het gas zijn doorgaans gevormd in dieper gelegen, organisch rijke lagen. Deze organisch rijke lagen zijn soms ook potentiele gebieden voor schaliegas. Schaliegas is een aardgas dat rechtstreeks uit het moedergesteente wordt gewonnen. Om de gasstroom op gang te brengen dient het gesteente gestimuleerd te worden, door bijvoorbeeld “hydraulic fracking”. De potentiele gebieden waar schaliegas kan voorkomen zijn op deze kaart aangegeven.

  • Categories      

    De signaleringskaart geeft de potentie voor Warmte Koude Opslag (WKO) in Zuid-Holland weer. Een WKO-systeem slaat overtollige warmte en koude op om deze op een later moment te kunnen gebruiken. Er zijn ‘open’ en ‘gesloten’ systemen. Een gesloten systeem slaat de warmte relatief ondiep op in ondergrondse buizen en hebben een beperkte capaciteit. Open systemen bestaan uit een doublet van twee bellen water (warm en koud) in daarvoor geschikte aardlagen (watervoerend pakket), waar water in- en uit wordt gepompt. De kaart heeft betrekking op de geschiktheid van de ondergrond voor open WKO-systemen in het 2e en 3e watervoerend pakket. Verder bevat de kaart de gebieden waar WKO beperkt geschikt of niet toegestaan is. Warmte-koudeopslag is een belangrijke techniek om het energieverbruik van woningen, utiliteit en glastuinbouw te verminderen en verduurzamen. Door deze locaties te signaleren kunnen ze worden meegenomen tijdens gebiedsprocessen.

  • Categories    

    Selectie van aardwarmte boringen die geregistreerd zijn bij NLOG. De selectie is gedaan op basis van de status van boring namelijk 'gerealiseerde put, producerend/injecterend en onbekend'. Daarnaast is een onderscheid gemaakt in boringen voor 1 januari 2021 en na 1 januari 2021.