From 1 - 4 / 4
  • Categories    

    Toestandsbeoordeling oppervlaktewaterlichamen (owm) op basis van Chemische, Biologische en Ecologische toestand. Ingevolge de Europese Kaderrichtlijn Water is een groot deel van het oppervlaktewater in Zuid-Holland ingedeeld in oppervlaktewaterlichamen (123). Voor deze oppervlaktewaterlichamen zijn kwaliteitsdoelen vastgesteld (de zogenaamde goede toestand), die uiterlijk in 2027 moeten zijn gerealiseerd. Daarbij is een vereiste, dat alle elementen die de ecologische en chemische kwaliteit bepalen, “goed” moeten scoren. Om de voortgang hiervan te monitoren wordt zowel de ecologische als chemische kwaliteit bepaald. De Kaderrichtlijn Water (KRW) is geïmplementeerd in de Waterwet, (die binnenkort op gaat in de Omgevingswet). Hierin staat, dat dat de begrenzing van de waterlichamen en het ecologisch doel (GEP) moet worden vastgelegd in het Provinciale Waterplan (straks Omgevingsplan). Onderdelen van het GEP zijn (onder meer) biologische kwaliteitselementen (algen, waterplanten, ongewervelde dieren en vissen; allen uitgedrukt op een maatlat van 0 tot 1), ecologie ondersteunende stoffen (Doorzicht, temperatuur, Zuurstof, Zoutgehalte, Verzuringstoestand, fysisch-chemische randvoorwaarden (gehalte stikstof en fosfaat, uitgedrukt in mg P of N per liter), en specifiek verontreinigende stoffen. Elke 3 jaar wordt door de waterschappen op deze parameters een meetronde uitgevoerd om, met aanvullende informatie, per oppervlaktewaterlichaam een uitspraak te doen over elk van de hierboven genoemde elementen. Deze zijn vervolgens weer omgezet in een toestandsbeoordeling per element: goed, matig, ontoereikend of slecht. Deze "huidige situatie" wordt vastgelegd in de fact-sheets die als bijlage bij het Provinciale Waterplan worden vastgesteld (laatste 2016).

  • Categories    

    Toestandsbeoordeling oppervlaktewaterlichamen (owm) op basis van Chemische, Biologische en Ecologische toestand. Ingevolge de Europese Kaderrichtlijn Water is een groot deel van het oppervlaktewater in Zuid-Holland ingedeeld in oppervlaktewaterlichamen (123). Voor deze oppervlaktewaterlichamen zijn kwaliteitsdoelen vastgesteld (de zogenaamde goede toestand), die uiterlijk in 2027 moeten zijn gerealiseerd. Daarbij is een vereiste, dat alle elementen die de ecologische en chemische kwaliteit bepalen, “goed” moeten scoren. Om de voortgang hiervan te monitoren wordt zowel de ecologische als chemische kwaliteit bepaald. De Kaderrichtlijn Water (KRW) is geïmplementeerd in de Waterwet, (die binnenkort op gaat in de Omgevingswet). Hierin staat, dat dat de begrenzing van de waterlichamen en het ecologisch doel (GEP) moet worden vastgelegd in het Provinciale Waterplan (straks Omgevingsplan). Onderdelen van het GEP zijn (onder meer) biologische kwaliteitselementen (algen, waterplanten, ongewervelde dieren en vissen; allen uitgedrukt op een maatlat van 0 tot 1), ecologie ondersteunende stoffen (Doorzicht, temperatuur, Zuurstof, Zoutgehalte, Verzuringstoestand, fysisch-chemische randvoorwaarden (gehalte stikstof en fosfaat, uitgedrukt in mg P of N per liter), en specifiek verontreinigende stoffen. Elke 3 jaar wordt door de waterschappen op deze parameters een meetronde uitgevoerd om, met aanvullende informatie, per oppervlaktewaterlichaam een uitspraak te doen over elk van de hierboven genoemde elementen. Deze zijn vervolgens weer omgezet in een toestandsbeoordeling per element: goed, matig, ontoereikend of slecht. Deze "huidige situatie" wordt vastgelegd in de fact-sheets die als bijlage bij het Provinciale Waterplan worden vastgesteld (laatste 2016). Kolom nutriënten is gebaseerd op samengevoegde data van fosfaat en stikstof.

  • Categories    

    Toestandsbeoordeling oppervlaktewaterlichamen (owm) op basis van Chemische, Biologische en Ecologische toestand. Ingevolge de Europese Kaderrichtlijn Water is een groot deel van het oppervlaktewater in Zuid-Holland ingedeeld in oppervlaktewaterlichamen (123). Voor deze oppervlaktewaterlichamen zijn kwaliteitsdoelen vastgesteld (de zogenaamde goede toestand), die uiterlijk in 2027 moeten zijn gerealiseerd. Daarbij is een vereiste, dat alle elementen die de ecologische en chemische kwaliteit bepalen, “goed” moeten scoren. Om de voortgang hiervan te monitoren wordt zowel de ecologische als chemische kwaliteit bepaald. De Kaderrichtlijn Water (KRW) is geïmplementeerd in de Waterwet, (die binnenkort op gaat in de Omgevingswet). Hierin staat, dat dat de begrenzing van de waterlichamen en het ecologisch doel (GEP) moet worden vastgelegd in het Provinciale Waterplan (straks Omgevingsplan). Onderdelen van het GEP zijn (onder meer) biologische kwaliteitselementen (algen, waterplanten, ongewervelde dieren en vissen; allen uitgedrukt op een maatlat van 0 tot 1), ecologie ondersteunende stoffen (Doorzicht, temperatuur, Zuurstof, Zoutgehalte, Verzuringstoestand, fysisch-chemische randvoorwaarden (gehalte stikstof en fosfaat, uitgedrukt in mg P of N per liter), en specifiek verontreinigende stoffen. Elke 3 jaar wordt door de waterschappen op deze parameters een meetronde uitgevoerd om, met aanvullende informatie, per oppervlaktewaterlichaam een uitspraak te doen over elk van de hierboven genoemde elementen. Deze zijn vervolgens weer omgezet in een toestandsbeoordeling per element: goed, matig, ontoereikend of slecht. Deze "huidige situatie" wordt vastgelegd in de fact-sheets die als bijlage bij het Provinciale Waterplan worden vastgesteld (laatste 2016).

  • Categories    

    Toestandsbeoordeling oppervlaktewaterlichamen (owm) op basis van Chemische, Biologische en Ecologische toestand. Ingevolge de Europese Kaderrichtlijn Water is een groot deel van het oppervlaktewater in Zuid-Holland ingedeeld in oppervlaktewaterlichamen (123). Voor deze oppervlaktewaterlichamen zijn kwaliteitsdoelen vastgesteld (de zogenaamde goede toestand), die uiterlijk in 2027 moeten zijn gerealiseerd. Daarbij is een vereiste, dat alle elementen die de ecologische en chemische kwaliteit bepalen, “goed” moeten scoren. Om de voortgang hiervan te monitoren wordt zowel de ecologische als chemische kwaliteit bepaald. De Kaderrichtlijn Water (KRW) is geïmplementeerd in de Waterwet, (die binnenkort op gaat in de Omgevingswet). Hierin staat, dat dat de begrenzing van de waterlichamen en het ecologisch doel (GEP) moet worden vastgelegd in het Provinciale Waterplan (straks Omgevingsplan). Onderdelen van het GEP zijn (onder meer) biologische kwaliteitselementen (algen, waterplanten, ongewervelde dieren en vissen; allen uitgedrukt op een maatlat van 0 tot 1), ecologie ondersteunende stoffen (Doorzicht, temperatuur, Zuurstof, Zoutgehalte, Verzuringstoestand, fysisch-chemische randvoorwaarden (gehalte stikstof en fosfaat, uitgedrukt in mg P of N per liter), en specifiek verontreinigende stoffen. Elke 3 jaar wordt door de waterschappen op deze parameters een meetronde uitgevoerd om, met aanvullende informatie, per oppervlaktewaterlichaam een uitspraak te doen over elk van de hierboven genoemde elementen. Deze zijn vervolgens weer omgezet in een toestandsbeoordeling per element: goed, matig, ontoereikend of slecht. Deze "huidige situatie" wordt vastgelegd in de fact-sheets die als bijlage bij het Provinciale Waterplan worden vastgesteld (laatste 2016). Kolom nutriënten is gebaseerd op samengevoegde data van fosfaat en stikstof.