Grondwatertrappenkaart 2017
Dit bestand geeft de ruimtelijke verbreiding van grondwatertrappen (Gt's). Dit zijn gebieden met een overeenkomstige seizoensfluctuatie van de grondwaterstand gebaseerd op de gemiddeld hoogste en gemiddeld laagste grondwaterstand. Het bestand is samengesteld uit twee informatie bronnen: de Gd-kartering van 2004 voor de zandgronden en Gt actualisatie van 2014 voor Holoceen Nederland. In totaal zijn er 18 grondwatertrappen onderscheiden en toegekend aan 44462 kaartvlakken van de bodemkaart versie van 2006 in Holoceen Nederland en aan de bodemkaart versie van 2014 in de zandgronden.
Standard
dataIdentificatie
- Date (Creation)
- 2017-03-20
- Date (Publication)
- 2017-03-20
- Unique resource identifier
- A4B9FC50-9F30-4E0B-9864-C84076E93EA7
- Status
- Completed
- Metadata language
- Nederlands; Vlaams
- Keywords
-
-
Bodem
-
- Keywords
-
-
bodemkaarten
-
grondwater
-
grondwaterkaarten
-
- Use limitation
-
Geen gebruiksbeperkingen
Legal constraints
- Access constraints
- Other restrictions
- Other constraints
- Geen beperkingen
DataQuality
- Hierarchy level
- Dataset
- Lineage
-
De gegevens zijn afgeleid van de Bodemkaart van Nederland, schaal 1 : 50 000 (versie 2006 en versie 2014). Voor de kaartvlakken van de Bodemkaart van Nederland is de actuele Gt klasse voor de zandgronden afgeleid uit de Gd-kartering van 2004 en voor Holoceen Nederland uit de Gt-actualisatie van 2014.
Bronbestand(en): Location: D:\USERDATA\bestanden\Gt_actualisatie\Grondwatertrappenkaart2017\GT_2017.gdb - Feature Class: GT_NL
Bewerkingsstappen:
Stap 1) Alterra 31-12-2014:
In Holoceen Nederland waarvoor in 2014 deze actualisatie is uitgevoerd, grofweg de veen en kleigronden, waarvoor nog geen kartering van de grondwaterdynamiek (Gd) was uitgevoerd, is onderverdeeld in deelgebieden, dat noemen we stratificatie. We stratificeren omdat we voor deelgebieden afzonderlijk informatie willen verstrekken. De actualisatie richt zich op het kwantificeren van de actuele inhoud van de kaarteenheden van de bestaande grondwatertrappenkaart, schaal 1:50.000. We onderscheiden daarbinnen gebieden met stagnerende lagen en gebieden waar na uitvoering van de landelijke bodemkartering is ingegrepen in de waterhuishouding in het kader van een landinrichtingsproject. Na samenvoeging van kleine ruimtelijke eenheden bedraagt het totaal aantal strata 59. Per stratum is met een steekproef informatie verzameld over de GHG en GLG, waarmee de grondwatertrap is afgeleid. Binnen een stratum komt ten minste één grondwatertrap voor, maar meestal meerdere. Als maat voor de heterogeniteit binnen een stratum is de genormaliseerde entropie berekend. Deze ligt tussen 0 en 1, hoe kleiner de genormaliseerde entropie, hoe homogener de inhoud van een stratum is. De actualisatie geeft voor elk van de 59 strata de kans waarmee een bepaalde grondwatertrap op een willekeurige locatie binnen dat stratum voorkomt. De ‘modus’ en ‘Gt’ geven de grondwatertrappen die met de hoogste waarschijnlijkheid op een willekeurige locatie in een stratum voorkomen. De modus is de kans waarmee deze meest waarschijnlijke grondwatertrap voorkomt.
Stap 2) Alterra 31-12-2004
Voor de zangronden is in 2004 een methodiek ontwikkeld om de G×G (GHG, GVG en GLG) te voorspellen (en daarmee de grondwatertrap) op locaties die deel uitmaken van een fijn grid met een ruimtelijk resolutie van 25 bij 25 meter (de Gruijter et al., 2004). Deze voorspellingen zijn gebaseerd op een groot aantal grondwaterstandsmetingen, zie ook Van Kekem et al. (2005). Voor elk gridpunt zijn niet één maar 300 mogelijke G×G's voorspeld met geostatistische simulatie. Deze voorspellingen worden realisaties genoemd. De realisaties weerspiegelen onze onzekerheid over de G×G op de gridpunten. Hoe groter de variatie in G×G tussen de realisaties hoe groter onze onzekerheid over de werkelijke G×G. De vlakken van de bodemkaart 1:50.000 bevatten veelal verouderde grondwatertrapinformatie. Om de Gt-kaart te actualiseren naar de periode van de Gd-kartering is de modus van de staafdiagrammen van de ruimtelijke geaggregeerde modale Gt gebruikt. Omdat van elk kaartvlak een histogram beschikbaar is, kennen we de heterogeniteit van de G×G’s en Gt’s binnen de kaartvlakken. Als maat voor de heterogeniteit binnen een vlak is de zogenoemde genormaliseerde entropie berekend. Deze is gelijk aan 0 als de kans op één enkele grondwatertrap op een willekeurige locatie binnen een vlak gelijk is aan 1. Als elke grondwatertrap evenveel kans heeft voor te komen op een willekeurige locatie binnen een vlak, dan is de genormaliseerde entropie gelijk aan 1. Hoe kleiner de genormaliseerde entropie, des te homogener een kaartvlak qua Gt zal zijn.
Stap 3) Wageningen Environmental Research 17-03-2017
De kaarteenheden uit stappen 1&2 zijn samengevoegd tot een landsdekkend bestand waarvoor per kaartvlak de meest voorkomende (modus) Gt-klasse en de mate van variatie (entropie) is aangegeven. Met deze twee recente stappen is een karakterisering per Gt-klasse nu beschikbaar in de vorm van een geactualiseerde, landsdekkende en uniforme Bodem/Gt-kaart (2014-2016), zij het met wisselend actualiteitsgehalte en onderliggende berekeningswijze. Naast de geactualiseerde, landsdekkende Bodem/Gt-kaart is de ambitie uitgesproken om uiterlijk in 2022 een gedetailleerde, landsdekkende Gd-kaart beschikbaar te hebben, met per 25×25-meter rastercel schattingen van de GHG, GVG en GLG (G×G) alsook de nauwkeurigheid van deze schattingen.
Aanvullende documentatie:
- T. Hoogland, M. Knotters, M. Pleijter, D.J.J. Walvoort, 2014, Actualisatie van de grondwatertrappenkaart: https://library.wur.nl/WebQuery/wurpubs/fulltext/339780
- A.J. van Kekem, T. Hoogland & J.B.F. van der Horst, 2005. Uitspoelingsgevoelige gronden op de kaart: https://library.wur.nl/WebQuery/wurpubs/fulltext/36447
Metadata
- Metadata language
- Nederlands; Vlaams
- Hierarchy level
- Dataset